Begrippen
De volgende begrippen worden in de leeromgeving veelvuldig gebruikt:
Deelnemer
Een deelnemer is een gebruiker die participeert in een simulatie. Een deelnemer kan een student, docent of gast zijn. Iedere deelnemer heeft één of meerdere fictieve rollen in de simulatie.
Fictieve rol
Een fictievel rol is een schoolteamlid, persoon of organisatie. Iedere fictieve rol heeft een naam en een profiel, waarin belangrijke kenmerken en achtergronden van de persoon of organisatie beschreven worden. Fictieve personen hebben een eigen gezicht in de vorm van een portretfoto om de herkenning en het realisme van de simulatie te verhogen. De beschreven persoon mag niet gelijk gesteld worden met de persoon op de foto.
Alle rollen in Teams Maken Scholen zijn fictioneel. Elke gelijkenis met bestaande personen, levend of dood, is geheel toevallig.
Organisaties in de leeromgeving kunnen de naam hebben van bestaande organisaties om het werkelijkheidsgehalte van de simulatie zo groot mogelijk te maken. Ondanks deze gelijkenis geldt dat alle organisaties in de simulatie fictioneel zijn.
Gebruiker
Een gebruiker is een ingelogde bezoeker en heeft dus de beschikking over een account. Iedere gebruiker heeft één of meer gebruikersrollen (zie Algemene informatie). De gebruikersrol bepaalt welke rechten de gebruiker heeft. Een gebruikersrol en een fictieve rol zijn dus twee verschillende begrippen.
Incident
Een incident is een gebeurtenis, kwestie of aanleiding die in de simulatie ingezet wordt om het virtuele schoolteam voor nieuwe taken, vragen of uitdagingen te stellen. Een incident kan door de docent ingezet worden als bericht naar één of meerdere deelnemers van een simulatie of gepubliceerd worden als nieuws in de simulatie. Een incident kan ook aanleiding zijn voor een telefoongesprek of rollenspel.
Simulatie
Een simulatie is een verhaallijn die wordt ‘gespeeld’ door docenten, studenten en gasten. Alle deelnemers nemen in de simulatie één of meerdere fictieve rollen aan. Studenten worden in de simulatie teamlid van een virtuele school. De docent speelt meerdere fictieve rollen (teamlid, inspectie, ouder, leerling, enz.). Ook gasten kunnen in de simulatie participeren door één of meerdere fictieve rollen aan te nemen. Een simulatie biedt naast de inhoudelijke elementen uit de verhaallijn ook uitgebreide functionaliteit om informatie uit te wisselen en te communiceren.
Verhaallijn
De verhaallijn bevat didactische elementen die leidraad zijn voor het uitvoeren van een simulatie: een vraagstuk uit de onderwijspraktijk, één of meerdere virtuele scholen en schoolteams, virtuele rollen, incidenten en bronnen. Verhaallijnen worden gecreëerd door één of meerdere ontwerpers.
- Login om te reageren